Net voor de zomer kreeg ik een verrassend bericht in de bus, namelijk dat Huub van der Lubbe, dichter en zanger van de bekende rockgroep De Dijk, zowaar een gedicht had geschreven over het boek De geniale stad. Een bespreking of een schouderklop, dat viel wel te verwachten, maar een gedicht? Uiteraard voel ik me vereerd en deel ik Huubs gedicht graag met jullie. Om het wat te kaderen heb ik eronder de passage uit het boek toegevoegd waarop het geïnspireerd is.
Het ei van Brunelleschi
Een mens is nooit te oud om te leren
Het ei van Columbus
lees ik in De Geniale Stad van Koen de Vos
is niet van Columbus
maar van Filippo Brunelleschi
Het was deze architekt,
uitvinder, eigenheimer die
rond 1420 zijn plan
voor de constructie van de koepel
op de Duome van Florence
voor de bouwcommissie aanschouwelijk maakte
door met een zwaai een ei
op een marmeren tafelblad te planten
Maar hoe gaat zoiets…
Bruno wie?
Columbo, ja, daar hebben we wel eens van gehoord
Dat is toch die detective met die morsige regenjas
en dat glazen oog?
Ga zo door mijn zoon
en gij zult spinazie eten
Brunelleschi’s magische ei
Om het nijpende probleem van de koepel op te lossen schreef de bouwcommissie van de Duomo op 19 augustus 1418 een openbare wedstrijd uit en net als zeventien jaar ervoor bij de wedstrijd voor de poorten van het baptisterium stelde zowel Brunelleschi als Ghiberti zich kandidaat.
Over Ghiberti’s voorstel is niet zoveel bekend, maar over dat van Brunelleschi des te meer. Filippo Brunelleschi, de man die doorgaans niet verlegen zat om een onorthodox idee, stelde voor om de koepel te bouwen zonder formeel en steigers. Zijn oplossing? Een stellage die begon bij de rand van de koepel en die, zwevend honderd meter boven de grond, meegroeide met de bouw van de koepelwanden.
Toen Filippo de eerste keer voor de jury verscheen om zijn plannen voor te leggen en hij de jury duidelijk maakte dat hij zonder vaste centrale steigers zou werken, barstten de aanwezige juryleden in lachen uit. Nadat de gemoederen bedaard waren, stelden ze hem de onvermijdelijke vraag. Uit oprechte nieuwsgierigheid? Dat is goed mogelijk, maar misschien ook uit een soort medelijden, om de man die zich de moeite had getroost om over het probleem na te denken tenminste de kans te geven zijn ideeën uit de doeken te doen. ‘Hoe, beste Filippo, ga je dat dan precies doen zonder steigers en formeel? Dat zouden we graag van jou horen.’ Brunelleschi antwoordde niet. Koppig als hij was, vertikte hij het zijn geheim te verklappen. Zoals altijd was hij bang dat anderen met zijn ideeën zouden gaan lopen. Het enige wat hij deed was nogmaals benadrukken dat hij het zonder formeel zou doen, door middel van een constructie die niemand hem ooit had voorgedaan.
Niemand was er gerust op. Zijn tegenstanders niet, maar ook zij die in hem geloofden niet. En met reden, want deze notariszoon was opgeleid tot goudsmid-klokkenmaker en had geen enkele ervaring met het leiden van bouwplaatsen van die omvang en die moeilijkheidsgraad. Met zijn vage belofte kon Brunelleschi de jury dan ook niet overtuigen. Integendeel, veel juryleden dachten dat hij ijlde en noemden hem il pazzo (de zot). Brunelleschi van zijn kant zette door en hield niet op de juryleden te terroriseren: ‘Ik verzeker u dat het onmogelijk is hem [de koepel] op een andere manier te bouwen,’ schreef Vasari over de confrontatie. ‘Lach me gerust uit, maar u moet toch begrijpen, tenzij u koppig bent, dat het op geen andere manier gedaan moet of kan worden. […] Ik zie het voltooide gewelf al voor me en ik weet dat er geen methode of manier is om het anders te doen dan ik uitleg.’
Omdat Brunelleschi zijn oplossing niet wou toelichten, moest hij iets anders verzinnen om de jury te overtuigen van zijn vindingrijkheid en sérieux. Zijn oplossing? Een ingenieuze grap die tegenwoordig het ei van Columbus wordt genoemd maar in werkelijkheid het ei van Brunelleschi is. We weten natuurlijk niet zeker of het echt zo gelopen is, maar omdat Brunelleschi in die tijd bekendstond om zijn vaak ingewikkelde grappen, is het niet uitgesloten dat het zo gebeurd is.
Op een bepaald moment tijdens de selectieprocedure moesten alle kandidaat-architecten voor de jury verschijnen. Om de beurt kregen ze de kans om de jury aan te spreken en zich te verdedigen. Toen het uiteindelijk Brunelleschi’s beurt was, zei hij niets maar stak zijn hand in zijn vestzak, haalde er een ei uit en toonde dat uitvoerig aan alle aanwezigen. Daarna plaatste hij het ei op de jurytafel voor hem en hield het rechtop door het met behulp van zijn wijsvinger te ondersteunen. Daarop liet Brunelleschi zijn wijsvinger los en zoals verwacht kantelde het ei. Na deze korte act sprak Brunelleschi de jury en de andere kandidaten als volgt toe: ‘Ik daag iedereen uit om, zonder enige vorm van ondersteuning, het ei rechtop te zetten op deze horizontale marmeren plaat.’
Alle kandidaten gingen aan de slag maar niemand vond een adequate oplossing. Waarna de grijnslachende Brunelleschi naar voren trad. Zonder iets te zeggen nam hij het ei aan de zijkanten tussen wijsvinger en duim vast en toonde het met het nodige theater aan de jury en zijn concurrenten. Hij zwaaide het ei met een soepele beweging eerst naar achteren en dan snel naar voren op de marmeren plaat. De onderkant van het ei brak, maar het ei zelf, dat stond recht.
Na enkele ogenblikken van verbijstering brak het eerste protest uit: ‘Hé, dat mag toch niet?’
‘Dat is tegen de regels.’
‘Ja zeg, zo kan ik het ook.’
Waarop Brunelleschi antwoordde: ‘Met mijn plan voor de koepel zal het net eender zijn. Zodra je begrijpt hoe het werkt, zal het jullie allemaal logisch en eenvoudig lijken.’
Uit: Koen De Vos, De Geniale Stad, Ambo Anthos, Amsterdam, 2019, pp. 131-133 (tweede druk).