De stanza segreta di Michelangelo (geheime kamer van Michelangelo) opende op 15 november 2023 zijn deuren voor het grote publiek. In deze nauwe ruimte zou de renaissancekunstenaar drie maanden zijn ondergedoken om te ontsnappen aan de woede van paus Clemens VII. De gedroomde gelegenheid voor het genie, zo gaat het verhaal, om aan de hand van levensgrote muurschetsen het bilan van zijn carrière op te maken.
De stanza segreta bevindt zich onder de Sagrestia Nuova, een zijkapel van de Basilica di San Lorenzo in Florence. Het is een rechthoekige kamer van tien meter lang en drie meter breed, met een booggewelf dat maximaal 2,5 meter hoog reikt.
De kamer werd in 1975 ontdekt door het team van Paolo Dal Poggetto, de toenmalige directeur van de Cappelle Medicee (Medici-kapellen). Op zoek naar een nieuwe uitgang voor de Medici-kapellen, wees een van de oudere bewaarders van het gebouw hem op het bestaan van een geheime ruimte onder de Sagrestia Nuova, te bereiken via een smalle kamer links van de altaarkapel. Daar, verborgen onder kasten, meubels en andere spullen, ontdekten Dal Poggetto en zijn team een valluik.
Schimmel en modder
Toen ze het luik openden en de trap afdaalden, liet niets vermoeden dat ze op een artistiek pareltje zouden stuiten. De smalle ruimte deed immers tot 1955 dienst als opslagplaats voor steenkool en was bovendien bedekt met een laag schimmel en opgedroogde modder, het gevolg van de overstroming van 1966.
Dal Poggetto liet de kamer ontruimen en schakelde restaurateurs in om na te gaan of het pleisterwerk kon worden weggehaald. Dat leidde al bij de eerste pogingen tot de ontdekking dat zich onder het pleister een reeks muurtekeningen in houtskool, krijt en rode kalk bevond.
Met de dood op de hielen
De vraag die iedereen in die ruimte zich hoogstwaarschijnlijk stelde, was: van wie waren deze muurschetsen? En wanneer had hij of zij die aangebracht? Paolo Dal Poggetto’s gedachten gingen meteen naar Michelangelo. Dat is niet verwonderlijk, want Michelangelo had tussen 1520 en 1534 in de Sagrestia Nuova gewerkt en de tekenstijl stemde overeen met die van Michelangelo’s schetsboeken. Bovendien leek een van de figuren op de wand – onderbenen van een zittende man – heel sterk op het beeld van Giuliano de’ Medici in de Sagrestia Nuova.
De ontdekking van tot dan toe onbekende muurtekeningen van Michelangelo was op zich al een straf verhaal. Maar Dal Poggetto voegde er nog wat pigment aan toe. Hij opperde immers de hypothese dat Michelangelo zich drie maanden in die ruimte zou hebben schuilgehouden om te ontsnappen aan de woede van paus Clemens VII, alias Giulio de’ Medici. Als dat waar was, zou Michelangelo aan deze muurtekeningen gewerkt hebben in een periode dat hij helemaal afgesloten was van de buitenwereld, en mogelijk bevreesd dat hij op elk moment kon terechtgesteld worden.
De oorspronkelijke plannen om via die ruimte een nooduitgang te creëren liet men varen. Alle aandacht ging naar het voorzichtig verwijderen van de pleisterlagen en het bestuderen van de tekeningen, volgens sommigen een van de belangrijkste kunsthistorische ontdekkingen van de twintigste eeuw, maar ook een die heel wat vragen oproept: zijn de tekeningen inderdaad van de hand van Michelangelo? En heeft hij ze vervaardigd in 1530, op een moment dat hij zich verborgen hield voor paus Clemens VII.
De hand van Michelangelo?
Wat die eerste vraag betreft, heerste er lange tijd twijfel bij vele specialisten. Het is niet dat ze Michelangelo als auteur van de tekeningen uitsloten, alleen is het volgens hen heel moeilijk om daar zekerheid over te krijgen. De tekeningen zijn immers in groot formaat en op muren aangebracht, waardoor je ze moeilijk kunt vergelijken met de tekeningen in zijn schetsboeken.
Vandaag echter zijn de meeste specialisten ervan overtuigd dat ten minste een deel van de tekeningen door de grootmeester zijn gemaakt. Een belangrijk argument is het onmiskenbare feit dat Michelangelo de Sagrestia Nuova ontworpen heeft en er lange tijd gewerkt heeft aan de graftombes en beelden die je er vandaag kunt bewonderen. Bovendien refereren een aantal tekeningen rechtstreeks aan zijn werk en zijn leven. Zoals al vermeld, lijkt de zittende figuur heel sterk op een voorstudie van het beeld van Giuliano de’ Medici in de Sagrestia Nuova. En de bebaarde oude man in vooraanzicht (naast een bebaarde man in profiel) doet denken aan de centrale figuur van de Laocoön-groep, een in 1506 opgegraven Hellenistisch beeldhouwwerk dat Michelangelo’s werk sterk heeft beïnvloed.
Een bijkomend argument is dat ook op andere muren in de Sagrestia Nuova tekeningen zijn gevonden die men wel zonder discussie aan Michelangelo toeschrijft. Het gaat om architectonische schetsen van bijvoorbeeld pilasters of zuilen en aanwijzingen voor werklieden. Als die van hem zijn, is het niet onwaarschijnlijk dat hij ook verantwoordelijk is voor de schetsen in de stanza segreta.
Leefde hij daar ondergedoken?
De tweede vraag is moeilijker te beantwoorden: heeft Michelangelo zich twee à drie maanden in die benauwde ruimte schuilgehouden? En is hij toen, uit verveling of om zijn tijd nuttig te besteden, op de muren beginnen te tekenen?
De afbeeldingen zelf geven geen uitsluitsel. Eén ervan zou naar die moeilijke periode kunnen verwijzen. Als je via de trap de ruimte betreedt zie je op de rechterwand een intrigerend tafereel van een oude man met een deken over zijn lichaam gedrapeerd, als om zich te beschermen tegen de koude. Hij zit voorovergebogen over een schrift waarin hij aan het schrijven of tekenen is, zijn lange (ongewassen?) haarlokken langs zijn aangezicht dwarrelend, terwijl achter hem een ruw geschetste figuur zich over hem buigt.
Wat valt daaruit op te maken? Sommigen suggereren dat die oude man Michelangelo is, die, met de dood in zijn nek hijgend, zijn laatste gedachten neerpent (of verder doet wat hij al heel zijn leven doet, namelijk tekenen en schrijven). Maar het kan ook een beeld zijn van de evangelist Matteüs die het evangelie noteert, terwijl een engel hem de juiste woorden influistert.
Van de plundering van Rome (1527) tot het beleg van Florence (1529-30)
De beelden bieden geen verklaring. Laten we daarom even de gebeurtenissen schetsen die Michelangelo ertoe zou hebben gebracht drie maanden in die kamer onder te duiken.
In de eerste decennia van de 16de eeuw streden de Heilig Roomse keizer Karel V en de Franse koning Frans I om de hegemonie over het Italiaanse schiereiland. Die Italiaanse stadstaten lieerden zich nu eens aan de ene, dan weer aan de andere mogendheid. Maar aangezien de macht van Karel V steeds maar toenam, besloten Milaan, Venetië, de Pauselijke staten en Florence zich samen met Frankrijk te verenigen in de liga van Cognac tegen Karel V. Een groot succes werd het niet, want in 1527 namen de troepen van Karel V Rome in. Die laatste was ondertussen echter de controle over zijn muitende manschappen kwijt waardoor die meteen aan het plunderen sloegen. Ze roofden paleizen en kerken leeg, namen hooggeplaatsten gevangen in ruil voor losgeld, vermoordden duizenden inwoners en lieten een spoor van vernieling achter.
Paus Clemens VII kon zich maar ternauwernood redden uit de klauwen van de plunderaars en verschanste zich vervolgens in Castel Sant’ Angelo in Rome. Daar verbleef hij meer dan een maand, betaalde een deel van het gevraagde losgeld en slaagde er uiteindelijk in te ontsnappen. Toen een jaar later de kust weer veilig was, keerde hij naar Rome terug. De weerstand van de Italiaanse geallieerden tegen de Heilig Roomse Keizer Karel V was echter gebroken. Meer nog, in 1529 ondertekende Clemens VII een verdrag met Karel V en werden de twee tegenstanders plots medestanders.
Geïnspireerd door de plundering van Rome en de verzwakte positie van Clemens VII (Giulio de’ Medici) kwamen de Florentijnen in opstand tegen de Medici en verdreven hen uit de stad. Dit bracht Michelangelo in een moeilijk parket, want hij zou kunnen gezien worden als een medestander van de Medici, aangezien hij op dat moment aan een reeks graftombes werkte ter verheerlijking van de Medici, een opdracht die hem bovendien was toegewezen door niemand minder dan Clemens VII.
Michelangelo stond dus voor een dilemma: zijn opdrachtgevers, de Medici, blijven steunen, met het risico dat ook hij opgepakt of verbannen werd door het nieuwe regime. Of, zoals hij vroeger al eens deed, de kant kiezen van de nieuwe anti-Medici-regering. Dat laatste was echter ook niet zonder risico. Want als de Medici de macht opnieuw in handen kregen, een mogelijkheid die niet uit te sluiten viel gezien de vele regimewisselingen in Florence de voorbije decennia, zouden ze hem dat later wel eens kunnen aanrekenen.
Michelangelo koos voor de tweede optie: hij schaarde zich achter de republikeinse idealen en hielp de nieuwe regering door als architect de versterking van bepaalde vestigingsmuren en forten te superviseren, een maatregel die de Florentijnen namen met het oog op een mogelijke tegenaanval van de pauselijke troepen.
Die tegenaanval kwam er twee jaar later, in oktober 1529. Nadat Clemens VII en Karel V een alliantie sloten, toonde die laatste zich bereid de Medici in Florence terug in het zadel te helpen. Karel V belegerde de stad en trok na negen maanden harde strijd, op 10 augustus 1530, de stad binnen, waarna de Medici hun plek als leiders terug innamen.
En Michelangelo? Die besefte waarschijnlijk als geen ander dat Clemens VII niet zo opgetogen was over zijn politieke keuze drie jaar eerder. En gelijk had hij. Clemens VII zou Michelangelo ter dood hebben veroordeeld en zijn eigen zoon, de gevreesde Alessandro de’ Medici, achter hem aangestuurd.
Jeugdvrienden
Dat Clemens VII zich als opdrachtgever verraden voelde door Michelangelo is best te begrijpen. Maar zijn verontwaardiging kon wel eens intenser zijn dan je van een gewone klant-leverancierrelatie mag verwachten. Clemens VII – Giulio de’ Medici – was immers de neef van Lorenzo il Magnifico. Die voedde hem mee op samen met zijn eigen kinderen nadat Giulio’s vader, en Lorenzo’s broer, Giuliano de’ Medici, stierf tijdens de Pazzi-samenzwering in 1478. Wie daar ook in Palazzo Medici rondliep was de drie jaar oudere Michelangelo. Volgens de zestiende-eeuwse kunsthistoricus Giorgio Vasari had Lorenzo de’ Medici Michelangelo ontdekt en hem vervolgens in zijn familie opgenomen tot Lorenzo’s dood in 1492. Conclusie: Clemens VII en Michelangelo kenden elkaar al heel lang en zijn samen opgegroeid; wie weet waren het zelfs vrienden.
Maar Lorenzo en de andere Medici deden meer dan Michelangelo toelaten in hun naaste omgeving. Ze bezorgden hem een opleiding in de beeldhouwkunst, bevolen hem aan bij hooggeplaatste opdrachtgevers en bestelden tal van kunstwerken bij hem, zoals die in de Sagrestia Nuova. Je zou dus kunnen zeggen dat Michelangelo zijn succes als kunstenaar voor een niet gering gedeelte aan de Medici te danken had. Een gegeven waar Michelangelo zich waarschijnlijk heel goed bewust van was. Wie weet beeldde hij zich zelfs in dat Clemens VII razend door het Vaticaan stampvoette terwijl hij Michelangelo uitschold voor ondankbare hond.
En dus dook Michelangelo drie maanden onder. Volgens Paolo Dal Poggetto in de stanza segreta tot Clemens VII hem vergiffenis schonk en hem de opdracht gaf zijn werk in de Sagrestia Nuova te hervatten.
Het hol van de leeuw
Het is een spectaculair en ook wel inspirerend verhaal. Maar niet iedereen is ervan overtuigd dat het zo gelopen is. Michelangelo was immers geen alledaagse kunstenaar, maar een bekend en invloedrijk figuur die omging met de allermachtigsten op aarde. Een artistieke wereldster die bovendien heel vermogend was – rijker dan menig hertog in zijn tijd. Zo iemand, menen velen, kon toch een andere, veel luxueuzere schuilplek regelen dan die kale, dertig vierkante meter grote cel. Dat is ook wat Ascanio Condivi, leerling en biograaf van Michelangelo, suggereert. Hij schrijft immers dat bij de intrede van de vijandelijke troepen van Karel V, het hof naar de woning van Michelangelo ging om hem te arresteren. Ze vonden hem echter niet omdat Michelangelo gevlucht was naar het huis van een vriend waar hij zich verborgen hield tot de furore overging (opmerkelijk: Condivi heeft het niet specifiek over de furore van de paus, maar over furore in het algemeen, een staat van grimmigheid en woede die toen de stad in de ban hield).
Waar je je ook vragen kunt bij stellen is de geschiktheid van de stanza segreta als schuilplek. Ze bevindt zich immers op een boogscheut van Palazzo Medici, het woonhuis en hoofdkwartier van de Medici, midden in de wijk die door de Medici beheerst werd en onder de kerk die ze als hun huiskerk beschouwden. Michelangelo bevond er zich als het ware in het hol van de leeuw.
Maar het moet gezegd: die plek bood Michelangelo ook een voordeel, want via de twee raampjes die uitgeven op het plein kon hij nagaan wat er zich in de wijk afspeelde en of de Medici stappen tegen hem ondernamen. Bovendien kon hij in geval van gevaar via geheime gangen in de San Lorenzo-kerk en het bijbehorende klooster, doorgangen die hij als geen ander kende, ontsnappen en zich vervolgens verschuilen in de nauwe, drukke straten rondom San Lorenzo.
Atelier of lunchruimte
Nog een nadeel van die plek: een grote groep Florentijnen, waaronder vele Medici-getrouwen, moeten geweten hebben dat Michelangelo in de Sagrestia Nuova aan het werk was en moeten die zogenaamd geheime ruimte gekend hebben. Die ruimte bevindt zich inderdaad onder de Sagrestia en je kunt de toegang ernaartoe verbergen onder tapijten of meubels. Maar iedereen die langs de kerk passeert ziet de twee ramen die op het plein uitgeven. Je hoeft geen genie te zijn om te concluderen dat zich daar een ruimte bevindt die lager ligt dan de Sagrestia Nuova en dus via een valluik te bereiken is.
De vraag is ook: waartoe diende die ruimte? En wie heeft ze gebouwd? Waarschijnlijk Michelangelo, toch? Hij ontwierp immers de Sagrestia Nuova in 1520, waarna hij er met tussenpozen tot 1534 aan de Medici-sculpturen heeft gewerkt. Dan is het toch logisch dat hij ook die geheime ruimte eronder ontwierp en liet inrichten. Als een soort atelier op locatie, een opslagplaats voor zijn materiaal, een rustige plek om te overleggen of te lunchen met zijn assistenten. Dergelijke ateliers bij of in gebouwen waren niet ongewoon in die tijd. Ook toen hij aan de David werkt, deed hij dat in een atelier dat zich in de kathedraal van Florence bevond. De stanza segreta vervulde misschien dezelfde functie en dan zou het toch verbazing wekken dat Medici-getrouwen op zoek naar Michelangelo deze plek niet kenden of niet op hun lijstje met te checken schuilplaatsen hadden staan.
De asceet in Michelangelo
Toch zijn er ook een aantal argumenten die de thesis van Dal Poggetto wel degelijk onderschrijven. Zo vertoont de levensloop van Michelangelo in 1530 een gat van enkele maanden. Alsof hij in die periode van de aardbol verdwenen was en geen spoor naliet in de vorm van brieven of juridische documenten. Dat zou erop kunnen wijzen dat hij een aantal maanden is ondergedoken, maar dat hoeft daarom niet in de stanza segreta te zijn. Het had zich evengoed bij een vriend ergens anders in Florence kunnen verbergen, zoals Condivi aangeeft, of zelfs buiten de stad.
Ook de zestiende-eeuwse kunsthistoricus Giorgio Vasari maakt in zijn biografie over Michelangelo melding van een tijdelijke onderduiking. Hij schreef dat de autoriteiten bij Michelangelo’s huis langs gingen om hem op te sluiten en dat de kunstenaar zich daarom schuilhield in het huis van een vriend, precies zoals Condivi beschrijft. Hoe lang? Vasari is bijzonder vaag. Hij heeft het over ‘molti giorni’ (vele dagen), tot de woede van Clemens VII bekoeld was en zich weer de immense kwaliteiten van Michelangelo herinnerde. Daarop zou hij zijn mensen de opdracht gegeven hebben om Michelangelo op te sporen. Dat doet vermoeden dat Michelangelo wel degelijk gezocht werd, maar dat de autoriteiten geen uitzonderlijke inspanningen leverden om hem te vatten. Daar gingen ze pas echt toe over toen Clemens VII Michelangelo weer nodig had om de beeldhouwwerken in de Sagrestia Nuova af te werken. Opvallend is ook dat Vasari, een schrijver die bekend stond om zijn voorliefde voor sappige details, nergens laat uitschijnen dat er Michelangelo een doodstraf boven het hoofd hing.
Wie die vriend was die Michelangelo onderdak bood, kom je bij Vasari niet te weten. Dal Poggetto beweert dat het Giovanni Fingiovanni was, de prior van San Lorenzo. Die zou Michelangelo de weg gewezen hebben naar de stanza segreta, hem daar verborgen gehouden (door de ingang te bedekken met meubels en tapijten?) en hem voorzien van het noodzakelijke om te overleven. Dat klinkt aannemelijk, maar het vreemde is nu dat Vasari diezelfde Fingiovanni karakteriseert als een ‘antico servidore di casa Medici’, een oude dienaar van het huis van de Medici. Volgens Vasari zou Clemens VII diezelfde Fingiovanni zelfs de opdracht gegeven hebben om Michelangelo bij te staan, zodat hij zijn werk in de best mogelijk omstandigheden kon voortzetten. Een detail dat Dal Poggetto’s verhaal toch wat doet wankelen.
Een ander argument dat Dal Poggetto’s verhaal wel degelijke ondersteunt, betreft het karakter van Michelangelo. Het klopt dat Michelangelo een gereputeerd en welstellend kunstenaar was die zich wat anders kon permitteren dan een kale, oncomfortabele bergruimte. Maar het is ook geweten dat Michelangelo er een sobere levensstijl op nahield. Ook al was hij rijk, zo schrijft Ascanio Condivi, hij leefde als een arme man. Eten bijvoorbeeld, deed hij enkel uit noodzaak, niet om er een vorm van genot uit te halen. Bovendien was hij timide en niet altijd even vlot in de omgang, ook met zijn assistenten en leerlingen. Dus, wie weet verkoos hij die kale, nauwe, eenzame cel wel boven de luxe van een van alle comfort voorziene schuilkamer in een palazzo bij een van zijn vrienden. Een plek bovendien waar hij zich ongestoord aan zijn gedachten en tekenexperimenten kon overgeven.
Niet alle tekeningen zijn van Michelangelo
Wat kun je nu uit al die verhalen en opinies concluderen? Het is goed mogelijk dat Michelangelo tijdens die onzekere maanden in de stanza segreta heeft verbleven, de volle drie maanden of een deel ervan. Maar dat bewijst niet dat alle tekeningen uit die periode dateren. Het lijkt me veel waarschijnlijker dat Michelangelo en zijn team de ruimte al veel langere tijd gebruikten als atelier, opslag- of rustplaats, en dat de muurtekeningen dus van een veel langere periode dateren. Het feit dat specialisten het erover eens zijn dat niet alle tekeningen door Michelangelo gemaakt zijn, lijkt me voldoende bewijs.
Bovendien kun je je vragen stellen bij de ernst van de aantijgingen van Clemens VII aan het adres van Michelangelo. Misschien deed hij dat enkel voor de schijn, om de Florentijnen schrik aan te jagen. Of wie weet zelfs om Michelangelo ter wille te zijn. Want stel je voor dat Michelangelo na de terugkeer van de Medici meteen weer voor hen zou gaan werken, zonder slag of stoot. Dat zou verdacht zijn, niet? Dat zou van Michelangelo toch maar een slappe republikein maken. En dus voerden ze misschien een toneeltje op dat Michelangelo’s reputatie bij de Florentijnen intact hield, maar hebben ze nooit echt de intentie gehad om Michelangelo daadwerkelijk op te pakken en te berechten. De vaststelling dat Michelangelo na die drie maanden weer zijn werk kon hervatten aan de Sagrestia Nuova en dat hij in 1534 van diezelfde Clemens VII de opdracht kreeg voor het Laatste Oordeel in de Sixtijnse kapel, doen toch vermoeden dat de woede van Clemens voor zijn jeugdkameraad nooit erg groot kan geweest zijn, als er van enige woede al sprake was. Dat sluit aan bij hoe Michelangelo’s biograaf Ascanio Condivi Clemens VII karakteriseert, namelijk als iemand die heel veel respect toonde voor Michelangelo en hem meermaals de hand boven het hoofd hield en beschermde tegen veeleisende of onredelijke opdrachtgevers.
De stanza segreta bezoeken
Dat op 15 november 2023 de stanza segreta di Michelangelo zijn deuren opende voor het publiek, is uiteraard fantastisch nieuws. Maar besef wel de kans dat je de ruimte daadwerkelijk kunt bezoeken niet zo groot is. Om de tekeningen te beschermen, heeft men de toegang tot de kamer immers strikt gelimiteerd.
- Je kunt de ruimte enkel bezoeken na reservering.
- Kinderen onder de 10 jaar zijn niet toegelaten, net als mensen die slecht ter been zijn (je moet een steile trap nemen) of kampen met claustrofobie.
- Elk anderhalf uur betreedt een groep van maximaal vier personen de ruimte en krijgt daarbij 15 minuten om de tekeningen te bewonderen. Daarna gaan de lichten gedurende 75 minuten uit.
- De ruimte is enkel te bezichtigen op maandag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag, voor een totaal van 25 tijdsloten per week. Dat betekent dat er wekelijks hoogstens honderd en jaarlijks 5200 mensen de kamer kunnen betreden.
Dat de stanza segreta altijd toegankelijk zal blijven voor het grote publiek is lang niet zeker. We bevinden ons immers nog steeds in een experimentele fase waarin een team van restaurateurs de ruimte monitort om na te gaan of de tekeningen de regelmatige aanwezigheid van menselijke bezoekers tolereren. Het experiment zou aanvankelijk lopen tot 30 maart 2024, maar die periode is ondertussen verlengd tot 31 juli 2024.
Tickets kan je boeken via deze link. De toegang kost 33 euro. Je betaalt 20 euro voor de geheime kamer plus 10 euro voor de Medici-kappellen en 3 euro voor de reservering.
Lukt het je niet om een ticket bemachtigen? Staar je dan niet blind op die geheime kamer. Die vormt in feite maar een bonus op het echte werk, namelijk een bezoek aan de Sagrestia Nuova. Een gesamtkunstwerk want Michelangelo ontwierp niet alleen de grafkapel, maar richtte ze ook in en voorzag ze van verschillende beeldhouwwerken en graftombes. Een mooie gelegenheid dus om verschillende aspecten van Michelangelo te ontdekken toen hij zich op het toppunt van zijn kunnen bevond.