Piazza di San Giovanni
Begin bij Piazza di San Giovanni en posteer je tussen de hoofdingang van de dom en het baptisterium.
Niets beter om je wandeling door Florence aan te vatten dan met de Porte del Paradiso (Paradijspoorten), het levenswerk van Lorenzo Ghiberti (1381 – 1455). De Porta del Paradiso is een van de drie portalen van het Baptisterium (doopkapel) San Giovanni, de blinkende gouden poorten recht tegenover de ingang van de dom van Florence.
In 1336, meer dan een eeuw nadat de doopkapel voltooid was, had Andrea Pisano het zuidportaal, het eerste van de drie portalen gedecoreerd. Vijfenzestig jaar later, bij het begin van Florences gouden eeuw in 1401, vonden de Florentijnen het eindelijk tijd om de twee overige portalen van de gepaste versiering te voorzien. Om de meest geschikte kunstenaar daarvoor te selecteren, schreef de Arte di Calimala (gilde van de lakenhandelaars) een kunstwedstrijd uit, een hulpmiddel waar de Florentijnen nogal vaak naar grepen om een artistieke opdracht toe te wijzen en nieuw talent te scouten. Het vreemde is nu dat ze dat deden op een moment dat Gian Galeazzo Visconti, de graaf van Milaan, voor de poorten stond van Florence, de Florentijnse economie door de oorlog was stilgevallen en de pest nog steeds om de hoek loerde. Niet het meest passende moment om grote en dure festiviteiten te houden, zou je denken, maar daar hadden de Florentijnen lak aan.
De briefing voor deze kunstwedstrijd werd opgesteld door een jury waar ook Giovanni di Bicci de’ Medici, de stichter van de opkomende Medici-bank, deel van uitmaakte. De eerste taak van deze jury was uit de lijst van kandidaten een selectie maken. De gelukkigen kregen de opdracht om binnen het jaar een bronzen reliëf te creëren met als onderwerp het offer van Izaak.
Van de zeven (sommigen zeggen zes), staken er twee ontwerpen duidelijk boven uit. Niet die van de oudere gevestigde waarden, maar die van twee nieuwelingen, Lorenzo Ghiberti en Filippo Brunelleschi. Brunelleschi was vierentwintig jaar oud op het moment van de wedstrijd en had nog geen meesterwerken op zijn naam staan. Ghiberti was nog een jaar jonger en was zelfs nog niet officieel ingeschreven als goudsmid. Na lang aarzelen hakte de jury de knoop door. Ghiberti’s ontwerp won de wedstrijd maar beide heren werden uitgenodigd er samen aan te werken. Tot ieders verbazing weigerde de toen nog niet zo bekende Brunelleschi de opdracht. Hij hield niet van samenwerken en al zeker niet aan het ontwerp van een andere kunstenaar. Ghiberti heeft ongeveer vijftig jaar aan de twee poorten gewerkt, eerst het noordportaal en dan het oostportaal – heel zijn carrière heeft hij dus aan deze wedstrijd te danken. Maar ook zijn kompaan Brunelleschi heeft de wedstrijd geen windeieren gelegd want de jonge goudsmid werd op slag bekend in Florence en omstreken.
Zonder deze wedstrijd …? We kunnen natuurlijk niet voorspellen hoe het leven van beide kunstenaars er zou hebben uitgezien. Waarschijnlijk zouden beide heren wel een loopbaan als kunstenaar, ingenieur of architect hebben uitgebouwd. Maar of het allemaal zo groots en roemrijk zou zijn geweest, is twijfelachtig. Deze kunstwedstrijd was voor hen een once in a lifetime opportunity, een kans die ze met beide handen grepen en die ervoor zorgde dat hun talent zich ten volle kon manifesteren.
En de naam ‘Porta del Paradiso’? Michelangelo vond de oostelijke poorten het mooiste wat hij ooit gezien had – mooi genoeg om de poorten van het paradijs te sieren, zou hij gezegd hebben. Maar er is nog een andere, veel prozaïschere uitleg. De paradijspoorten gaven uit op een begraafplaats die gekneld lag tussen het baptisterium en de kathedraal. De naam van die begraafplaats was ‘Il Paradiso’ (het paradijs), vandaar de naam ‘Paradijspoorten‘.
Ghiberti heeft zichzelf afgebeeld op de Paradijspoorten. Op de rand van de linkse poort zie je allerlei kleine, mooi gestileerde hoofdjes. Ghiberti’s hoofd staat op rechterrand van de linkerpoort, het vierde van boven. Het is dat boekhoudertypetje met die blinkende kale knikker.