Piazza di San Lorenzo
Draai rechts de hoek om van de Via Cavour naar de Via de’ Gori. Na enkele voetstappen zie je de San Lorenzo-basiliek voor je opdoemen.

De Basilica di San Lorenzo is het centrum van de ‘Medici-wijk’. Deze wijk werd gedomineerd door de rijke bankiersfamilie en bevolkt door Medici-vertrouwelingen. De bouw van de kerk begon in 1419 en in 1421 werd Brunelleschi aangesteld als bouwmeester. Geldproblemen belemmerden de voortgang van de werken waarop de Medici financieel tussenbeide kwamen en op die manier de feitelijke eigenaren werden van de kerk. Dat zie je duidelijk aan de prominente aanwezigheid van hun embleem (doorgaans 6, soms 5, 7 of 8 ballen op een goudgele achtergrond) in en om de kerk, net als in de rest van Florence trouwens. Kijk maar naar de sokkel van het standbeeld op de hoek van het pleintje voor de hoofdingang. De afgebeelde figuur is Giovanni delle Bande Nere (Ludovico di Giovanni de’ Medici), een Medici-condottiere en vader van de hertog Cosimo I de’ Medici (1519-1574).

Zoals je kunt zien is de gevel nooit afgewerkt. De opdracht daarvoor werd uiteindelijk aan Michelangelo toevertrouwd, maar door allerlei problemen zoals stakingen van de scheepskapiteins die het marmer naar Florence moesten vervoeren, is het er nooit van gekomen.
Het complex herbergt tal van cultuurhistorische schatten, voldoende om hier een hele dag op verkenning uit te gaan. Ga in de kerk binnen en geniet van de heldere en harmonisch ingedeelde binnenruimte ontworpen door Brunelleschi, van de Passiekansel van Donatello en van Filippo Lippi’s kleurrijke en zwierige Verkondiging. De Sagrestia Vecchia (oude sacristie) is eveneens ontworpen door Brunelleschi en is een mooi voorbeeld van de nieuwe renaissance-architectuur. Het gebouw is duidelijk in twee delen opgedeeld. Onderaan de sierrand zie je vooral rechthoekige vormen, daarboven heerst de cirkel. Alle elementen en verhoudingen zijn precies afgemeten en vormen een harmonische eenheid. De reliëfs over het leven van Johannes de Doper, de beschermheilige van de stad, zijn van Donatello.
Michelangelo heeft ook zijn steentje bijgedragen aan dit complex, onder meer door het ontwerp van de Sagrestia Nuova in de Cappelle Medicee. Aanvankelijk was het de bedoeling dat hij ook de fresco’s en de beeldhouwwerken voor zijn rekening zou nemen, zodat het een van de eerste totaalkunstwerken zou worden, maar helaas heeft hij zijn ambitieuze ideeën niet ten uitvoer kunnen brengen. Andere kunstenaars hebben zijn werk verdergezet maar je kunt nog steeds enkele beeldhouwwerken van de grootmeester aanschouwen zoals het grafmonument voor Lorenzo de’ Medici.

De Biblioteca Medicea Laurenziana is eveneens ontsproten aan het multidisciplinaire brein van Michelangelo en wordt vaak beschouwd als zijn voornaamste architecturale prestatie. Het meest spectaculaire onderdeel van de bibliotheek is de vestibule of ontvangstruimte en vooral de trap in drie delen die naar de harmonieus ingerichte leeszaal leidt. De nieuwe bibliotheek werd gebouwd om er de rijke verzameling boeken van de Medici in onder te brengen, een hobby waarmee Cosimo de Oude begin 15de eeuw begonnen was en die geleid heeft tot een van de grootste collecties boeken in het toenmalige Europa. Tot slot kun je er het mausoleum voor de Medici-hertogen bewonderen, de overdadig versierde Cappella dei Principi. Vasari heeft de plannen getekend in de 16de eeuw, maar de bouw ervan is pas begonnen in de 17de en afgerond in de 19de eeuw.