Via del Proconsolo, 4
Neem het straatje rechts van het Ospedale degli Innocenti, de Via dei Fibbiai. Ga de eerste straat links in, de Via degli Alfani, en neem dan de vierde straat rechts, de Borgo Pinti. Blijf lange tijd rechtdoor lopen, door de Borgo Pinti en de Volta di San Piero, onder een overdekte steeg en over het Piazza di San Pier Maggiore schuin rechts de Via Matteo Palmieri in. Sla vervolgens rechts af de Via Ghibellina in. Aan het einde van de straat draai je naar links: het Bargello bevindt zich op de hoek van de Via Ghibellina en de Via del Proconsolo.

Van buitenaf gezien heeft het Bargello iets lugubers. Werd Florence ingericht als een pretpark (en voor de moderne citytripper is het dat wel een beetje), dan zou men zonder twijfel het Bargello aanwijzen als het spookhuis. De grijsbruine stenen, de kleine met tralies bedekte ramen, de kantelen bovenaan, de trotse naakte klokkentoren en de afwezigheid van elke vorm van versiering: dit is geen plek waar je zonder argwaan naar binnen stapt. Maar zoals het vaak gaat in Florence: schijn bedriegt. Want wie de binnenplaats betreedt, raakt algauw gecharmeerd door haar elegante harmonie en door de belangrijkste collectie renaissancebeeldhouwwerken op aarde.
De buitenkant heeft men niet zonder reden weinig uitnodigend gemaakt. Het Bargello, gebouwd in 1255, was immers oorspronkelijk de hoofdzetel van de podestà, de hoogste magistraat van de stad. De wet schreef voor dat dit altijd een buitenstaander moest zijn afkomstig van een stad of dorp minstens 50 kilometer verwijderd van Florence. Bovendien mocht de podestà maximaal een jaar aanblijven. Op die manier hoopte de stad een onbezoedelde magistraat in dienst te nemen, iemand die niets wist van de interne machtsverhoudingen en de familievetes en zodoende op een objectieve manier recht kon spreken. Later werd het Bargello gebruikt als gevangenis. De naam van het gebouw verwijst naar de titel van de hoogste gerechtsdienaar of politieman die er in huisde en die vanaf einde 16de eeuw ‘bargello’ werd genoemd.

Sinds 1865 fungeert het gebouw als museum van voornamelijk renaissance beeldhouwkunst. Je vindt er een prachtige collectie beelden van onder anderen Michelangelo, Donatello, Ghiberti, Giambologna en Verrocchio. Ook de bronzen panelen die Ghiberti en Brunelleschi vervaardigden voor de kunstwedstrijd voor het baptisterium, staan hier tentoongesteld. Zo kan je zelf nagaan of de jury de juiste beslissing nam door voor Ghiberti te kiezen.
Een van de opmerkelijkste beelden uit de Bargello-collectie is de David van Donatello. Om verschillende redenen is Donatello’s David een revolutionair beeldhouwwerk. Het standbeeld is bijvoorbeeld gemaakt van brons, wat in die tijd bijzonder duur was en gewoonlijk voorbehouden aan monumenten voor koningen, prinsen, condottieri en officiële stedelijke instanties. Voorts introduceerde Donatello met dit standbeeld een belangrijke vernieuwing in de kunst want het was het eerste vrijstaande naakt sinds de oudheid. Maar ook op inhoudelijk en conceptueel vlak was het beeld vernieuwend. Want Donatello stelde de door heel Florence vereerde held David, de verdediger van de republikeinse vrijheid, niet voor als een stoere en sluwe krijger, de held die met één welgemikte worp de reus Goliath versloeg. Neen, hij beeldde hem af als een sensuele hermafrodiet, een ambigue mengeling van jongensachtige en vrouwelijke kenmerken. Hoe er op Donatello’s beeld gereageerd werd, weten we niet. De Florentijnen waren wel wat gewend qua ambigue symboliek, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat dit beeld niet op heel wat ongenoegen en weerstand is gestuit.

Wie de opdracht gaf voor het beeldhouwwerk, is niet zeker. Waarschijnlijk was het Cosimo de’ Medici, de leider van de Mediciclan. Wat we wel weten is dat Cosimo het kunstwerk uiteindelijk in zijn woning plaatste, niet verdoken in een achtertuintje, maar in het cortile van het Palazzo Medici, net achter de hoofdingang. Iedereen die bij de Medici binnenkwam, alle notabelen, binnen- en buitenlandse handelaars, priesters en bisschoppen, prinsen en regeringsleiders moesten het willens nillens passeren. Naast zijn openlijke steun voor dit beeld zijn er nog andere signalen die erop wijzen dat Cosimo meermaals zijn nek uitstak voor vernieuwende, complexe en provocatieve kunst. Een kenmerk waar trouwens de hele stad van doordrongen leek en waarin het verschilde van haar tegenhanger uit het noorden, het eerder protectionistische Venetië.
Dus, als je vandaag of morgen de tijd hebt, laat je niet afschrikken door de ruwe buitenkant en het duistere verleden van het gebouw en breng een bezoekje aan het Bargello.