Piazza della Signoria
Vervolg de Via del Proconsolo in zuidelijke richting (naar rechts als je met je gezicht naar het Bargello staat) over het Piazza di San Firenze en sla rechts af de Via dei Gondi in. Loop deze straat door tot aan het Piazza della Signoria.

Van een rijke stad als Florence, die bovendien geboekstaafd staat als het centrum der kunsten gedurende vele eeuwen, zou je verwachten dat ze je omverblaast met haar regeringsgebouw. Dat het even magnifiek, verfijnd en spectaculair is als de kunstenaars die het heeft voortgebracht en als bijvoorbeeld de kathedraal en haar koepel. Maar eerlijk gezegd: op het eerste gezicht is dat niet zo. Noch mossel noch vis, denk je spontaan. Een crossover tussen een militair fort en een gemeentehuis. Een gebouw dat een onneembare burcht wil zijn maar om allerlei praktische redenen enkel de zichtbare kenmerken ervan heeft behouden – robuuste steen, omloop met kantelen, schilden, toren – en de wezenlijke kenmerken – grootte, dikte muren, gracht errond, ophaalbrug – opzij heeft geschoven.
Wat je ook meteen opvalt: het Palazzo Vecchio is nauw verwant aan het Bargello. Dezelfde basisstructuur, dezelfde okertinten en dezelfde robuuste uitstraling. Ook de architecten zijn verwant: die van het Bargello was volgens Vasari (16de-eeuwse kunsthistoricus en auteur van Vite) Jacopo di Lapo en die van het Palazzo Vecchio diens zoon Arnolfo di Cambio, de man die ook de eerste bouwmeester van de kathedraal was.
Bij een tweede blik merk je toch het verschil tussen beide gebouwen. De ramen van het Palazzo Vecchio zijn iets groter dan die van het Bargello, het metselwerk gevarieerder, de omloop breder, er hangen wapenschilden onder de omloop en de toren bestaat uit twee delen waarvan het bovenste uit het onderste lijkt te ontspruiten. En dan heb ik het nog niet gehad over de in mijn ogen meest fantastische eigenschap van dit gebouw: de positie van de toren. Aanvankelijk dacht ik: het zit niet goed. De bouwvakkers hebben die daar per abuis neergepoot, terwijl de architect die waarschijnlijk centraal wou positioneren of op de zijkant. Maar nu ben ik een totaal andere mening toegedaan. Ik vind het grandioos. Het asymmetrische karakter van de voorgevel en de toren maakt van dit palazzo een van de markantste en meest iconische stadshuizen ter wereld. En het onderstreept nog maar eens het eigenzinnige karakter van de inwoners – een eigenzinnigheid die vooral tot uiting kwam in Florences politieke systeem.

Het 15de-eeuwse Florence was een republiek met aan het hoofd de gonfaloniere di giustizia (vaandeldrager van het recht), bijgestaan door acht priori. Alle negen moesten zijn aangesloten bij een gilde en samen vertegenwoordigden ze de vier Florentijnse districten. Dit systeem was best complex maar weinig opzienbarend. Wel opmerkelijk was de termijn waarbinnen de priori en de gonfaloniere konden regeren en de manier waarop ze werden uitgekozen. De regering wisselde immers elke twee maanden van bezetting en de gonfaloniere en de priori werden niet verkozen door stemming maar door een loterij.
Waarom hanteerden de Florentijnen zo’n bizar systeem? Het antwoord is simpel: omdat ze een diepgewortelde afkeer hadden van dictaturen. Ze wilden absoluut vermijden dat één persoon of één familie de macht in Florence zou nemen en daarom kozen ze ervoor de regeringstermijn extreem kort te houden en de leiders te verkiezen via een loterij.
Je zou nu denken: zo’n instabiel politiek systeem is gedoemd te mislukken, dat kan toch niet standhouden. Vreemd genoeg was dat niet het geval. Integendeel zelfs: Florence was een buitengewoon welvarende republiek die zonder onderbreking vier eeuwen standhield, van begin 11de eeuw tot 1530 – een van de langst lopende democratieën uit onze westerse geschiedenis. En wat er vooral sterk aan was: het Florentijnse politieke systeem voedde als geen ander de hoop op sociaal aanzien. Iedereen die lid was van een gilde mocht immers de gerechtvaardigde hoop koesteren ooit in zijn leven verkozen te worden tot prior of zelfs gonfaloniere en zo het respect van zijn medestadsgenoten te winnen. In die zin was hun politieke systeem de 15de-eeuwse versie van de American dream. Een illusie, want de Florentijnen kregen nooit echt politieke macht, maar wel een die heel wat mensen in beweging zette, de mensen alert hield en de hele gemeenschap dynamiseerde.